Vullingen

Bacteriën die zich aan het oppervlak van uw tanden en kiezen hechten zorgen voor gaatjes (caries). Naarmate deze bacteriën zich vermenigvuldigen en groeien, ontstaat er een witachtig laagje dat tandplaque wordt genoemd. Als tandplaque niet op tijd door u wordt verwijderd, begint de vorming van het gaatje. "De bacteriën eten namelijk voornamelijk suiker en scheiden zuur uit, zo ontkalkt de tand ter plekke en vormt zich een gaatje."

Als er een gaatje in het gebit is ontstaan, dan dient dit gevuld te worden. Het vullen van het gaatje zorgt ervoor dat het niet groter wordt en/of pijn gaat doen. Bij de behandeling van een gaatje, boort de tandarts het gaatje zodanig dat alle wanden schoon zijn. Het vullen van tanden en kiezen wordt bij Whiteline met uitsluitend wit vulmateriaal gedaan, de zogenaamde composietvullingen.

Een tand bestaat uit verschillende vlakken. Soms beslaat een gaatje niet één vlak maar meerdere vlakken. Zo'n vulling heet dan bijvoorbeeld een tweevlaksvulling.

Verdoving

Op verzoek van de tandarts of op verzoek van de patiënt kan de tand of kies verdoofd worden. Tijdens de werking van de verdoving voelt uw wang of lip vaak dik aan en heeft u het gevoel dat de wang of tong minder goed meebeweegt. Dit gevoel verdwijnt nadat de verdoving is uitgewerkt. Dit is meestal een of enkele uren na de behandeling.

Het is verstandig om niet te eten zolang de verdoving nog in de wang, tong of lip zit en hooguit voorzichtig te drinken. U kunt namelijk bijvoorbeeld op uw lip bijten tijdens het eten zonder dat u daar erg in heeft.